Prettige Collega Digi

Wil jij gaan werken? Of heb je al een baan en wil je ander werk?
Dan is deze website iets voor jou!

Prettige Collega Digitaal

Programma over basisvaardigheden voor op de werkvloer

Wij zijn Bas, Samaya en Ryan

Wij gaan je helpen met leren hoe je een baan kunt vinden die bij jou past. En we leren je wat bazen belangrijk vinden. Zo weet jij wat je moet doen om je baan ook te houden. Met deze website leer jij hoe je een prettige collega wordt.

Op deze website kun je badges verdienen. Een badges is een medaille die je krijgt als je iets goed hebt gedaan. Als je alle badges verzameld hebt, ben je een prettige collega.

Aan de slag!

6 modules met opdrachten

Weten wat je wil

Weten wat je wil

Thema 1

1 . Weten wat je wil

Weten wat je wil

Weten wat je wil

Hier helpen we jou om erachter te komen wat jij wil

1.1   Wie is aan het werk?

In deze opdracht oefen je met weten welk werk voor jezelf is en welk werk voor een baas. Zoals herkennen wie schoonmaakt voor een baas en wie in zijn eigen huis.

1.2   Waar wil jij werken?

In deze opdracht bedenk je op welke plekken jij wel of niet zou willen werken. Zoals in de natuur, in een fabriek en in een bejaardentehuis.

1.3   Wie krijgt de baan?

In deze opdracht oefen je met wat belangrijk is voor verschillende banen. Zoals iemand die in een postkamer werkt goed moet kunnen lezen.

Ken jezelf

Ken jezelf

Thema 2

2 . Ken jezelf

Ken jezelf

Ken jezelf

Hier helpen we jou om jezelf beter te leren kennen

2.1   Wat is jouw krachtdier?

Deze opdracht helpt je om erachter te komen welk dier jouw 'krachtdier' is. Zoals een spin die een pietje precies is en een dolfijn die altijd in is voor een geintje.

2.2   Wat is jouw talent?

In deze opdracht ga je op zoek naar jouw talenten. Zoals of jij goed bent in troosten en rekenen.

2.3   Wat vind jij belangrijk?

In deze opdracht ga je bedenken wat jij belangrijk vindt in je werk. Zoals met mensen samenwerken en vrij zijn in het weekend.

Goed voor de dag komen

Goed voor de dag komen

Thema 3

3 . Goed voor de dag komen

Goed voor de dag komen

Goed voor de dag komen

Hier helpen we jou om goed voor de dag te komen

3.1   Zeg je jij of u?

In deze opdracht leer je tegen wie je jij mag zeggen, en wanneer je u moet zeggen. Zoals tegen een oudere collega zeg je u.

3.2   Hoe fris ben jij?

In deze opdracht bedenk je hoe goed jij jezelf verzorgt en wat je misschien nog beter kunt doen. Zoals hoe vaak was jij je oksels?

3.3   Wat is (on)beleefd?

In deze opdracht oefen je hoe je je beleefd kunt gedragen op je werk. Zoals je hebt je collega niet goed verstaan. Je zegt dan “sorry, ik heb je niet verstaan”.

Regels en afspraken

Regels en afspraken

Thema 4

4 . Regels en afspraken

Regels en afspraken

Regels en afspraken

Hier helpen we jou om te leren omgaan met regels en afspraken

4.1   Goede of slechte reden?

In deze opdracht leer je wat goede redenen zijn en wat slechte redenen zijn om niet te gaan werken. Zoals regen is geen goede reden om niet te gaan werken.

4.2   Hou jij je aan de regels?

In deze opdracht denk je na over hoe jij omgaat met regels. Zoals de regel ‘iemand laten uitpraten’. Houd jij je daaraan?

4.3   Op tijd komen

In deze opdracht oefen je met klok kijken. Zoals je moet je werk afhebben om 4 uur, op welke klok zie je dat het 4 uur is?

Omgaan met emoties

Omgaan met emoties

Thema 5

5 . Omgaan met emoties

Omgaan met emoties

Omgaan met emoties

Hier leer je emoties herkennen en leer je hoe je met emoties kunt omgaan

5.1   Emoties herkennen

In deze opdracht leer je herkennen wanneer iemand boos, verdrietig of blij is. Zoals iemand die boos is, perst vaak de lippen samen.

5.2   Kalm worden

In deze opdracht leer je hoe je ervoor kunt zorgen dat er geen ruzie komt als je boos bent. Zoals stap 3 (van 6): Adem 3 keer diep in en uit.

5.3   Sorry zeggen

In deze opdracht leer je de 5 regels voor 'Sorry' zeggen. Zoals zeg “sorry” en noem de naam van je collega.

Hulp vragen

Hulp vragen

Thema 6

6 . Hulp vragen

Hulp vragen

Hulp vragen

Hier leer je hoe je op een prettige manier om hulp vraagt en met kritiek omgaat

6.1   Hulp vragen

In deze opdracht leer je hoe je om hulp kunt vragen. Zoals je weet niet hoe het kopieerapparaat werkt. Wat kun je het beste doen?

6.2   Omgaan met kritiek

Deze opdracht helpt je om te begrijpen hoe je met kritiek kunt omgaan. Zoals stap 2 (van 5): Vraag om uitleg als je niet begrijpt wat de ander bedoelt.

6.3   Prettige collega

In deze opdracht zet je nog eens op een rijtje wanneer iemand een prettige collega is. Dit is een mix van oefeningen uit alle thema's.